Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het weerstandsvermogen bestaat uit:

• de benodigde weerstandscapaciteit = het totaal van de risico’s en kansen op basis van een inschatting van kans en impact.
• de beschikbare weerstandscapaciteit = de financiële middelen om de risico’s te dekken.

De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt berekend:

NB: Conform beleid wordt onbenutte belastingcapaciteit niet meegenomen bij de bepaling van beschikbare weerstandscapaciteit. Op het moment dat een beroep wordt gedaan op extra financiële ondersteuning uit het gemeentefonds, wordt van de gemeente verwacht dat deze capaciteit ook daadwerkelijk wordt benut.

De ratio weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de risico’s die we lopen (de benodigde weerstandscapaciteit) en de financiële middelen die we hebben om de risico’s te dekken (de beschikbare weerstandscapaciteit). De gemeente streeft naar een ratio met de beoordeling voldoende. Dit is een ratio van tenminste 1,0 of hoger.  

Het ratio weerstandsvermogen is als volgt berekend:

 
Het ratio weerstandsvermogen stijgt ten opzichte van de jaarrekening 2021 van 2,3 naar 2,4. Met een ratio van 2,4 voldoen we aan de vastgestelde norm.

Cijfermatige toelichting op de mutaties in de weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de jaarrekening 2021 afgenomen met € 171K. De benodigde weerstandscapaciteit stijgt doordat het positieve risico van extra middelen van het rijk voor jeugdzorg vervalt omdat dit verwerkt is in de budgetten van 2022 en 2023. We verwachten meer zekerheid over de structurele invulling vanaf 2024 en verder in de septembercirculaire 2022.  De daling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt veroorzaakt doordat een aantal risico’s naar beneden zijn bijgesteld, zoals wachtgelduitkering aftredende bestuurders door de recente verkiezingen, grondexploitaties op basis van het meest recente actualisatie en het risico op personele knelpunten is naar beneden bijgesteld vanwege de extra bijdrage aan MijnGemeenteDichtbij.